zielsbewustzijn
Het afleggen van de persoonlijkheid is een van de eerste stappen om te komen tot de groepsziel en in het Watermantijdperk zal dit steeds meer naar voren komen. Dit afleggen van de persoonlijkheid is een verschuiving van het brandpunt van de ziel, niet langer gehinderd door de persoonlijkheid zal deze in staat zijn zich rechtstreeks te manifesteren in de dualistische wereld. De mens met zijn persoonlijkheid is vaak zijn eigen struikelblok als het gaat om zelfrealisatie, aangezien het denken dat een oordelend vermogen kent zich op de voorgrond geplaatst weet en daardoor zichzelf als waarheid gaat beschouwen.
De mens heeft er aeonen over gedaan om zichzelf op te heffen vanuit het mineralenrijk door het plantenrijk en dierenrijk naar het mensenrijk waarbij zeker in het begin geen bewuste aanwezigheid nodig was om tot ontwikkeling te komen. Aansturing gebeurde door invloed van hogere wezens die op deze manier zelf tot ontwikkeling konden komen zoals de mens nu het mineralenrijk inzet voor eigen gebruik, een huis van steen en verwarming middels gas zijn duidelijke voorbeelden.
Het verstand dat uiteindelijk zijn intrede deed was nodig om de mens vanuit vrijheid naar zelf-realisatie te leiden, het zelf dat gerealiseerd wil worden dient zich te leren kennen zodat vanuit totale vrijheid de weg naar goddelijkheid gekozen kan worden. Deze weg wordt door alles in het universum gevolgd en kent geen uitzonderingen. Het verstand is daarbij nodig om een eigen identiteit te krijgen. Om zichzelf te kunnen gaan waarnemen ten opzichte van de wereld buiten de mens is een ik nodig en deze ik zorgt uiteindelijk voor een persoonlijkheid die zichzelf gescheiden ziet van de rest van de wereld.
Nu de mens een bewust wezen is geworden is de volgende stap, in het Watermantijdperk, beseffen dat die persoonlijkheid geen absolute waarheid is maar gereedschap, nodig om tot dit punt van bewustzijn te komen. Het loslaten van de identificatie met het ik is de ziel ruimte geven om tot ongehinderde werkzaamheid te komen. Dit is zielserkenning en houdt in dat de mens gaat leven vanuit zijn ziel en niet meer vanuit zijn persoonlijkheid.
Groepsbewustzijn of de groepsziel is daarin de eerste beweging die de mens maakt om zich meer zielsbewust te maken. Dit zal zich later verder uitbreiden naar land of natiebewustzijn en uiteindelijk tot wereldbewustzijn. Ooit in een grijs verleden is de mens begonnen aan de lange weg van onbewust groepswezen naar bewust groepswezen en het Watermantijdperk laat zien dat de mens bezig is zich bewust te worden van meer dan alleen de persoonlijkheid.
De ziel is het instrument van de geest om zich middels de dualistische wereld bewust te worden. Onbewuste geest is eenheid en kent geen differentiatie, zal dus niets buiten zichzelf kennen en is een met alles in het universum. Wil de geest zichzelf gaan kennen dan dient het zich te onttrekken uit die eenheid en zich te spiegelen in de dualiteit zodat de wereld aan hem zichtbaar wordt, het resultaat is dan bewuste geest. De ziel vertaalt de impulsen van de geest naar het fysieke lichaam dat het voertuig is in de stoffelijke of dualistische wereld en de opgedane ervaringen worden terugvertaald naar de ziel. Zo ontstaat bewustzijn dat zich uiteindelijk in het fysieke voertuig als een ik laat zien.
Identificatie door het stoffelijke lichaam met het ik geeft aan dat er sprake is van afgescheidenheid, de ziel die nog steeds sturend bezig is wordt gehinderd door de persoonlijkheid die zichzelf erkent als absoluut bewustzijn. Door fysieke identificatie wordt de geest ontkent en is de materiële wereld geen illusie meer maar absolutum dominium, het absolute eigendom. De mens denkt zichzelf los van de geest en ziet zich als hoogtepunt van de schepping in een wereld die louter bestaat uit materie.
Vanuit de onbewuste eenheid is de mens afgedaald in de materie en volgt zo de lijn van de involutie, de inwikkeling in stof. Eenmaal op het diepste punt in de stof zal de weg naar boven weer gevonden worden en dit is de lijn van de evolutie, de uitwikkeling in stof maar dan met bewustzijn. Het Watermantijdperk is het begin van de opgaande lijn die zich zal kenmerken door bewust-zijn, groepsbesef, samenwerking, dienen, naastenliefde en besef van de ziel.
Door de aandacht te verleggen van de persoonlijkheid naar de groepsziel zal een begin worden gemaakt met een ander waarnemingsvermogen. Een bewustzijnstoestand begint in een fysiek lichaam en richt zich op fysieke waarneming, door de zintuigen, die als waarheid wordt gekend. De zintuigen zorgen voor de werkelijkheid en alles daarbuiten is een geloof, droom of fantasie. Begint het bewustzijn zich te verruimen dan worden de waarnemingen gedaan door de fysieke organen niet meer per definitie als waarheid beschouwd, de mens leert om door de fysieke omstandigheden heen te kijken en de mens achter de persoonlijkheid te zien.
Bij groepsbewustzijn verruimt het bewustzijn zich verder en verplaatst zich van het fysieke lichaam naar het etherisch of levenslichaam. De fysieke zintuigen blijven in gebruik maar daarnaast worden er zintuigen ontwikkeld in het etherisch lichaam, deze geestelijke zintuigen zijn o.a. het helderhoren en het helderzien. Waarnemingen voorbij het fysieke lichaam laten aspecten zien die tot dan verborgen waren, fysieke zintuigen schouwen in de stoffelijke wereld en etherische zintuigen schouwen in de ether wereld. De tot dan toe verborgen etherische wereld wordt werkelijkheid en zo leert de mens achter de mens te kijken, er volgt zielscontact met anderen waarbij men zich niet meer verborgen kan houden voor de ander.
Is de persoonlijkheid naar de achtergrond verschoven en komt de groepsziel meer op de voorgrond dan gaat de mens leven vanuit de ziel. De persoonlijkheid, gericht op de fysieke wereld, schept een vertekend beeld van de waarheid waardoor de mens afdwaalt van zijn missie. Indien de ziel erkend wordt heffen de sluiers zich op en zal door de illusie van het stoffelijke heen geprikt worden, de mens gaat schouwen in de geestelijke wereld en ziet de rode draad in zijn leven, zijn missie. Dan zal men de ander gaan zien als zichzelf en vaststellen dat er niets anders is dan eenheid in verscheidenheid en dat alles door liefde verbonden is.
Zowel de macrokosmos als microkosmos laat zien dat een individueel bewustzijn niet bestaat, alles is groepsgericht en middels groepsbewustzijn bezig zich te verheffen uit de stof. Alles is gericht op samenwerking om zo het grotere te dienen waarin men leeft. Atomen vormen samen cellen, moleculen, organen en zo een stoffelijk lichaam maar geheel naar analogie gaat het verder en stopt het niet bij de mens. De mens leeft in het lichaam van een groter bewustzijn en door groepsbewustzijn of de groepsziel komt zelfrealisatie binnen bereik. Zoals organen binnen een stoffelijk lichaam zich richten op het dienen van dit lichaam zo is de mens in al zijn hoedanigheid een orgaan binnen het goddelijke wezen waarin hij leeft.
Zielserkenning en groepsbewustzijn middels de groepsziel zijn de taken van de mens in het Watermantijdperk en langzaamaan worden door veel mensen de eerste stappen gezet naar dit hogere bewustzijn. Door het loslaten van de persoonlijkheid wordt een geheel nieuwe wereld verkend waarin men zielsveel van iemand kan houden, zielsgelukkig kan worden en zielsverwanten kan vinden. Welkom in het Watermantijdperk, het tijdperk van bezieling.